Toen NRC haar lezers vroeg om te helpen bij onderzoek naar biodiversiteit door een jaar lang foto’s van hun tuin te maken en in te sturen, meldden 8.500 tuin- en balkoneigenaren zich. Het Wilde Tuin-project was geboren. Ook de Volkskrant nodigt het publiek vaker uit om mee te doen, bijvoorbeeld voor een onderzoek naar inflatie. De redactie vroeg lezers daarvoor om bonnetjes van gekochte cappuccino’s in te sturen.
Ook andere redacties, zoals die van Pointer en Follow The Money, zoeken nieuwsgebruikers steeds op, vooral regionaal en lokaal. Ze nodigen bewoners bijvoorbeeld uit om onderwerpen te pitchen waar de redacties mee aan de slag zouden moeten gaan. Zo hopen redacties blinde vlekken bij zichzelf weg te nemen.
Het publiek krijgt zo een steeds actievere rol binnen de journalistiek. Dat levert soms twijfels op (bijvoorbeeld over professionaliteit, onafhankelijkheid en journalistieke codes), maar heeft ook voordelen. Met een betrokken publiek kun je je nieuwswaarde vergroten én heb je de mogelijkheid om meer informatie te vergaren.
Juist dat laatste brengt soms ook capaciteitsproblemen met zich mee. Want hoe bekijk, lees, beluister en verwerk je al die feedback, suggesties of foto’s en video’s als kleine redactie met weinig tijd, budget en menskracht?
AI to the rescue.
Opdracht: The AI Audience Engagement Art Museum
Bedenk een project dat je over langere tijd kunt uitvoeren, waarbij je inhoud (tekst, geluid of afbeeldingen) van het publiek nodig hebt.
Om snel te starten:
1. Kies uit een van deze doelgroepen: de buren van je oudste tante, zweefvliegers, metal-festivalbezoekers of ‘gamer moms’.
2. Kies uit een van deze thema’s: sport, voedsel, gezondheid, geld verdienen of reizen.
3. Bedenk een project op voor de gekozen doelgroep rondom het gekozen thema.
In teams van drie of vier studenten visualiseer je het project met drie specifieke schetsen die je vervolgens presenteert aan de groep, alsof je werk in een museum exposeert.
Schets 1: het storyboard
Maak een storyboard met 8 vakjes (op één A3) waarin we de gebruiker zien die via een smartphone-app een bijdrage levert aan het beoogde project. Die bijdrage kan een video, foto of tekst zijn. Zorg dat in het storyboard duidelijk wordt wie de gebruiker is, wat deze bijdraagt, waarom deze bijdraagt, wat het uiteindelijke project gaat opleveren en waarom dat relevant en interessant is voor de doelgroep en het medium.
Let op: geef dit storyboard de titel van je project. Beschrijf elke scène met een korte zin. Door de titel, de 8 ‘scènes’ en de korte beschrijvingen legt het storyboard zichzelf uit en is een uitgebreide mondelinge toelichting niet nodig.
Schets 2: De App-wireframes
Werk vier schetsen (wireframes) uit die de belangrijkste schermen tonen van de app die je gaat gebruiken om de input van je gebruikers te verzamelen. De app-schermen, of wireframes, tonen:
- Titel per scherm
- Menu en navigatie
- Belangrijkste knoppen
- Iconen
- Gevraagde invoer (tekst, audio, beeld, video, etc.)
Let op: schets GEEN inlog of profiel-/settings pagina’s
Voorbeelden van wireframes (in meer en minder detail).
Schets 3: Een AI-Flowchart – Het AI-systeem voor dataverwerking
Geef op een enkele A3 schematisch weer (in een flowchart) hoe jullie AI-systeem de gegevens van het publiek verwerkt en bruikbaar maakt voor de journalistieke toepassing.
Geef in dit AI-schema duidelijk aan:
1. Met welke type AI je werkt: Computer Vision (beeldherkenning) of Natural Language Processing (tekst- of spraakherkenning).
2. Welke bestaande software gebruikt kan worden.
3. Welke onderdelen gebouwd moet worden.
4. Wat de voorgestelde technische oplossing kost en wat het oplevert (Denk niet alleen financieel, maar ook aan bijv. een award, innovatief imago, meer traffic, nieuwe doelgroep).
Een voorbeeld van een flowchart om reacties te modereren met een AI-systeem:
Voorbeeld van een beeldherkenningsysteem:
(Bij bovenstaande flowchart moeten studenten het laatste onderdeel ‘deploy’ specifieker uitwerken: hoe krijgt dit model (dat in dit voorbeeld een kat van een hond onderscheid) een rol in het journalistieke idee dat ze presenteren?)
4. Daarna hangen alle teams hun schetsen aan de muur/borden. Vervolgens krijgen alle studenten een kwartier de tijd om het werk van de andere teams te bekijken.
Iedere student krijgt 3 stickertjes die zij/hij vervolgens toekent aan de ideeën:
1 sticker voor het beste idee – plak de sticker bij de titel van het storyboard.
1 sticker voor het beste element- kan in de AI-flowchart zijn of een element in de wireframe of storyboard.
1 sticker die overal mag: dubbelen of ergens bij ander project, ander element.
Bespreking
Nadat de oplossingen zijn bestickerd, kies je samen de opvallendste uit.
- Waarom vinden mensen dit idee sterk?
- Zou je dit ook zonder AI kunnen doen? (denk hierbij ook aan de NRC-casus en de Volkskrant-casus. Hadden zij ook kunnen rondbellen en de prijzen zelf in een spreadsheet kunnen zetten? Wat is het voor- of nadeel?
Materiaal
- Vijf A4’s per team (als klad)
- Drie A3’s per team, voor de eindpresentatie
- Stickers: Drie rode ronde stickers per student
Tijdsindicatie
75 minuten totaal, te verdelen in
- 15 minuten: kies doelgroep, thema en brainstorm over het idee. Teken/schrijf dit uit.
- 5 minuten: maak met je teamleden een taakverdeling voor de verschillende schetsen.
- 20 minuten: werk de schetsen uit.
- 5 minuten: stem de schetsen onderling af en pas waar nodig aan.
- 15 minuten: museumtour – hang de schetsen op aan de muur en bekijk het werk van de anderen.
- 5 minuten: deel stickers uit aan studenten en laat ze met de stickers stemmen op de schetsen die ze het beste vinden.
- 10 minuten: bespreek de ideeën die jou en de studenten opvallen door de opgeplakte stickers.
Tip: Je kunt deze opdracht verkorten door bijvoorbeeld alleen de eerste schets uit te werken.